Schuilplekken voor de hazelworm
De hazelworm (Anguis fragilis), ook bekend als de blindworm, is een pootloze hagedis die vaak wordt verward met een slang vanwege zijn langgerekte, cilindrische lichaam. Ondanks zijn uiterlijk behoort de hazelworm tot de familie van de hagedissen en niet tot de slangen.
Kenmerken
Hazelwormen hebben een gladde, glanzende huid met schubben die niet overlappen. Ze variëren in kleur van bruin tot grijs, soms met een koperachtige glans. Volwassen exemplaren kunnen een lengte bereiken van ongeveer 40 tot 45 centimeter, waarbij de staart vaak net zo lang is als het lichaam. Een opvallend kenmerk is hun vermogen tot caudale autotomie, wat betekent dat ze bij gevaar hun staart kunnen afwerpen om aan predatoren te ontsnappen. Hoewel de staart gedeeltelijk teruggroeit, bereikt deze nooit de oorspronkelijke lengte.
Leefgebied en gedrag
Hazelwormen zijn voornamelijk te vinden in gematigde streken van Europa en West-Azië. Ze geven de voorkeur aan vochtige omgevingen zoals bossen, graslanden en tuinen met voldoende beschutting. Deze dieren zijn semifossorieel, wat betekent dat ze een groot deel van hun tijd doorbrengen onder objecten zoals stenen, bladeren of hout, waar ze bescherming en voedsel vinden. Hun dieet bestaat voornamelijk uit slakken, regenwormen en insectenlarven.
Voortplanting
De hazelworm is eierlevendbarend, wat inhoudt dat de eieren in het lichaam van het vrouwtje uitkomen en ze levende jongen baart. Dit is een aanpassing aan koelere klimaten, waardoor de soort verder naar het noorden voorkomt dan veel andere reptielen. De jongen zijn bij de geboorte ongeveer 7 tot 10 centimeter lang en hebben een goudgele kleur met donkere flanken, die naarmate ze ouder worden, verandert naar de volwassen kleur.
Bescherming en bedreigingen
Hoewel hazelwormen wijdverspreid zijn, worden ze bedreigd door habitatverlies, verkeer en predatie door dieren zoals vogels, zoogdieren en huiskatten. In veel landen, waaronder Nederland, zijn ze wettelijk beschermd, wat betekent dat het verboden is ze te doden, verwonden of hun leefomgeving te verstoren.
Het behoud van natuurlijke habitats en het creëren van beschutte gebieden in tuinen en parken kunnen bijdragen aan het voortbestaan van deze bijzondere hagedissensoort.


